Interview met Huug van Duijn – Zorgspecialist CVRM bij Rijncoepel
Wat de patiënt ook kiest, wij moeten daar respect voor hebben
Keuzes over kwaliteit van leven zijn heel persoonlijk. Het liefst worden we natuurlijk allemaal 100 jaar in goede gezondheid. Helaas komt bij velen een chronische ziekte op het pad. Cliënten gaan hier verschillend mee om.
Gevolgen voor gezondheid goed uitleggen
Huug van Duijn: “Wat ik het allerbelangrijkste vind – en dat vertel ik ook altijd bij scholingen – is dat we respect hebben voor de keuzes die onze patënten maken. Alles moet draaien om de kwaliteit van leven van onze patiënten. Hoe dat er concreet uitziet, kan per persoon enorm verschillen. En gezondheid is daar altijd maar een onderdeeltje van. Wij spelen als zorgverleners wel een belangrijke rol bij de keuzes van onze patiënten. Wij moeten hun zo goed mogelijk uitleggen wat de gevolgen zijn van hun keuzes voor hun gezondheid. Op de korte termijn én op de langere termijn. Niet één keer, maar steeds weer opnieuw. De uiteindelijke keuze maakt de patiënt zelf. Dat is de autonomie van ieder mens.”

Keuzes rond kwaliteit van leven
Cliënten maken vaak bewust een afweging tussen kwaliteit van leven en ‘gezond’ leven. Voor iedereen is de ideale situatie natuurlijk een fijn en gezond leven én 100 jaar worden (geel vlak). Als er een ziekte om de hoek komt kijken, verandert het plaatje. Voor een betere gezondheid en een hogere levensverwachting is het aanpassen van de leefstijl nodig. Dit heeft vaak grote invloed op de kwaliteit van leven. Huug: ‘Patiënten reageren hier verschillend op. De ene patiënt besluit de kwaliteit van leven zo hoog mogelijk te houden ten koste van de gezondheid en levensverwachting (rode vlak). De andere patiënt besluit om zijn gezondheid zo goed mogelijk te houden ten koste van de kwaliteit van leven (blauwe vlak). De laatste keuze is vanuit ons perspectief als zorgverlener de meest logische, maar je ziet dat het rode vlak met kwaliteit van leven groter is dan het blauwe vlak. Dit is de afweging die veel patiënten maken.’
Maatwerk is het grote voordeel
Het werken met zorgprogramma’s levert grote voordelen op voor onze cliënten. Huug: ‘Voorheen deden de huisartsen hun best, maar eigenlijk zonder duidelijk plan. In een zorgprogramma pakt de huisarts, met de onmisbare steun van de praktijkondersteuner, deze zorg planmatig op. Een praktijkondersteuner heeft ook meer tijd en kan daardoor echt maatwerk leveren en aansluiten bij de vragen en behoeften van cliënten.’
Wat dit betekent voor de kosten is nog moeilijk aan te tonen. Huug ziet twee mogelijke kostenbesparingen. Ten eerste voorkomt primaire preventie ziektes of stelt het moment van ziek worden uit. Ten tweede als het gaat om de secundaire preventie – herhaling voorkomen – gaat zorg van de tweede lijn naar de goedkopere eerste lijn.
Zorg in de regio in beweging
Huug ziet dat ook de tweede lijn nu erkent dat de eerste lijn veel beter in deze preventie is. Daar zijn tegenwoordig ook duidelijke afspraken over gemaakt die, naar het zich laat aanzien, nog uitgebreid worden in het regionale project ‘Pijn op de borst’. De eerste lijn doet de preventie, ook als de cardioloog de patiënt blijft zien in het kader van hartproblemen.