Maria Rosmolen is sinds 2017 als POH-Kwaliteit bij Rijncoepel actief. Zij staat haar collega praktijkondersteuners bij met praktisch advies rond het inrichten van de samenwerking van de zorgprogramma’s. Dit scheelt tijd, waardoor de zorgverleners de handen vrij houden voor hun patiënten.

Maria Rosmolen is sinds dit jaar 4 uur per week POH-Kwaliteit bij Rijncoepel. Ze doet dit naast haar ‘normale’ werk als praktijkondersteuner bij huisartsenpraktijk Stevenshof. Iedere praktijkondersteuner of praktijk binnen Rijncoepel kan Maria uitnodigen voor een gesprek. De afgelopen maanden heeft Maria al negen praktijken van Rijncoepel bezocht. Ze heeft een praktisch antwoord op de meest uiteenlopende vragen bij het verder inrichten van de multidisciplinaire zorgprogramma’s.
Hulp bij het inrichten van een zorgprogramma
Maria legt regelmatig uit hoe een selectie van patiënten met een bepaalde aandoening –een selectie in de zogeheten Q-module- wordt gemaakt. Bijvoorbeeld om patiënten op te roepen voor een controle. Soms zijn er vragen waar ook Maria het antwoord niet op weet. In zo’n geval zet zij de vraag door naar de juiste persoon binnen Rijncoepel, bijvoorbeeld de zorgspecialist. Maria: ‘In een bepaalde praktijk waren veel vragen over hoe je een CVRM-spreekuur (onderdeel van het zorgprogramma preventie hart- en vaatziekten) invult. Hier kon ik vanuit mijn eigen ervaring als praktijkondersteuner helpen, bijvoorbeeld door aan te geven hoeveel tijd een jaarcontrole inneemt of een voorbeeld van een oproepbrief te geven.’
Snel een probleem tussen informatiesystemen analyseren
De protocollen in het Keteninformatiesysteem (KIS) kunnen ook flexibel ingezet worden. Het is niet altijd nodig om bij een diabetes kwartaalcontrole alle protocolbladen in te vullen. Maria: ‘Een praktijk had bijvoorbeeld het probleem dat de gegevens vanuit het Keteninformatiesysteem niet werden teruggezet in het Huisartseninformatiesysteem. Vanuit mijn ervaring herkende ik het probleem en hebben we samen met de leverancier Vital Health gebeld en gevraagd om een oplossing.’
Tips voor goede registratie
Binnen Rijncoepel wordt SAS-VA gebruikt om de resultaten van de zorg in de zorgprogramma’s zichtbaar te maken. Dit systeem wordt gevoed met informatie uit het Huisartseninformatiesysteem. Maria: ‘Ik merk dat veel mensen denken dat de gegevens uit het Keteninformatiesysteem (KIS) komen. Dat is niet het geval. Bij de registratie van gegevens zijn twee dingen belangrijk: als eerste of de juiste ICPC (International Classification of Primary Care) code is gekozen en als tweede of de huisarts wel als hoofdbehandelaar staat geregistreerd. Als één van beiden niet goed is vastgelegd, dan worden de gegevens van deze patiënten niet in SAS-VA getoond. Ook al zijn alle andere zaken wel goed ingevuld.’